“Meer kennis nodig over effectiviteit van interactieve journalistiek”

Storytelling, crossmediale verhalen: binnen de journalistiek worden allerlei interactieve verhaalvormen toegepast. Daarbij worden vaak geavanceerde technieken ingezet. Wat is het effect daarvan op het publiek? Renée van der Nat, onderzoeker en docent aan Hogeschool Utrecht, promoveert binnenkort op dit onderwerp. “De basis voor een journalist moet altijd zijn: hoe kan ik dit verhaal zo goed mogelijk vertellen? En niet: ik wil iets met interactiviteit.”

Renee van der NatAllereerst: wat kenmerkt een interactieve productie? “Dat je als publiek keuzes moet maken om verder te kunnen in het verhaal. Het gebruik van multimedia is daarbij geen voorwaarde, maar in de journalistiek is interactiviteit overwegend multimediaal.” Voor haar onderzoek legde Renée van der Nat een collectie aan van 155 Nederlandse, interactieve journalistieke verhalen. “De meesten zijn door grote, nationale nieuwsorganisaties geproduceerd, maar je ziet dat het genre ook is doorgedrongen tot regionale omroepen en kleine, lokale spelers.”

Gebaseerd op tweedehands kennis

Al die producties laten een grote diversiteit zien. “Sommige verhalen zijn vrij rechtlijnig en geven de gebruiker weinig keuzevrijheid, terwijl andere verhalen een open verhaalruimte bieden waarin gebruikers hun een eigen weg moeten kiezen.” Waarop baseren journalisten zich bij het kiezen van interactieve vertelvormen? In ieder geval niet op gebruikersonderzoek, stelt Van der Nat. “Producenten hebben een denkbeeldige gebruiker ontwikkeld, eentje die is gebaseerd op tweedehands kennis over de emoties en activiteiten van daadwerkelijke gebruikers. De makers hebben daardoor slechts beperkt zicht op de effecten van interactieve elementen in hun verhalen.”

Geen garantie

Een van de onderzoeksdoelen van Renée van der Nat was om zicht op die effecten te krijgen. Zij concludeert dat interactiviteit zeker kan bijdragen aan de betrokkenheid van het publiek. Maar: het tegenovergestelde kan ook. “Als het voor gebruikers onduidelijk is waar de interactie toe leidt, staan interactieve elementen het gevoel van betrokkenheid juist in de weg.” Als voorbeeld noemt zij ‘De Industrie’, een productie over drugshandel. “Deze is enorm interactief. Je kan op van alles klikken, inzoomen, uitzoomen, video’s bekijken. Maar deze interactiviteit biedt nog geen garantie voor blijvende betrokkenheid. Mensen kunnen alsnog afhaken als het verhaal niet boeit.” De makers hebben later een VR-versie uitgebracht waarin de gebruikerservaring veel gestroomlijnder is. “Je wordt meer in het verhaal meegenomen. As dat gebeurt, kan interactie echt wat toevoegen. Het kan het verhaal persoonlijker en mensen meer betrokken maken.”

Het verhaal voorop

“Uitgebreide interactieve opties hebben op zichzelf slechts minimaal invloed op het gevoel van betrokkenheid van de gebruikers. Terwijl interactieve opties die het verhaal personaliseren, sterk kunnen bijdragen aan de betrokkenheid”, concludeert Van der Nat. ”De basis voor een journalist moet altijd zijn: hoe kan ik dit verhaal zo goed mogelijk vertellen? En niet: ik wil iets met interactiviteit. Het duidelijk definiëren van het doel van interactiviteit zal producenten helpen bij het ontwerpen van nieuwe en spannende, journalistieke verhalen.”

Nuance in tijden van fake news

Interactieve verhalen vragen om betrokkenheid en oog voor nuance. Staat deze vertelvorm niet onder druk, in deze tijden van polarisatie en ‘fake news’? Van der Nat meent van niet. “Uit recent onderzoek blijkt dat nieuws juist beter wordt onthouden als het in verhalende vorm wordt gebracht. Interactieve verhalen kunnen mensen bovendien nieuwe perspectieven bieden. De productie 'Uit het moeras' bijvoorbeeld maakt invoelbaar hoe armoede soms van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dat kan het maatschappelijk begrip voor armoede helpen vergroten. Juist in tijden van verharding is dat belangrijk. Polarisatie wordt minder waar mensen met elkaar praten.”

Renée van der Nat is onderzoeker aan het lectoraat Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie van Hogeschool Utrecht. Daarnaast is zij werkzaam als docent bij de opleiding Journalistiek. Op 1 april promoveerde zij aan de Universiteit Utrecht met haar proefschrift 'Interactive journalistic narratives. Balancing authorial, user, and technological agency'. Kijk voor meer informatie over haar onderzoek op interactievejournalistiek.journalismlab.nl.


Deel dit artikel