Onderzoek voor regionale steun aan kleine ondernemers in coronatijd

Tijdens de coronacrisis zien veel zzp’ers en kleine ondernemers hun omzet drastisch teruglopen. Gemeenten worden door het Kabinet opgeroepen coulance te tonen bij de inning en kwijtschelding van heffingen. Welke ondersteuning kunnen de gemeente Utrecht en partners nog meer bieden? De HU deed onderzoek.
zzp

Verschillende studies laten zien dat zzp’ers en kleine ondernemers economisch het hardst worden getroffen door de coronacrisis. De gemeente Utrecht had echter nog geen coherent beeld van de aard van de problemen van regionale ondernemers. En dus ontbrak het de gemeente aan inzicht in de behoeften aan extra ondersteuning, naast bestaande, landelijke regelingen als de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Daarom vroeg de gemeente Utrecht het lectoraat Organiseren van Waardig Werk (OWW) van Hogeschool Utrecht om – gesteund door ZonMw en samen met zelfstandig onderzoekers Mayke Kromhout en Jurriaan Omlo – onderzoek te doen naar de impact van COVID-19 op deze ondernemers. De hoofdvraag van dit onderzoek was: welke ondersteuning kunnen de gemeente en partners (nog meer) bieden aan zzp’ers en kleine ondernemers bij het omgaan met de financieel-economische, psychologische en sociale impact van de coronacrisis?

Financiële stress

Josje Dikkers“Uit het onderzoek blijkt – niet geheel onverwacht – dat zzp’ers en kleine ondernemers vooral financiële stress ervaren. Lopende opdrachten worden geannuleerd of uitgesteld en nieuwe opdrachten blijven in veel gevallen uit”, vertelt lector Josje Dikkers. “De financiële buffers - vaak eigenlijk bedoeld voor het pensioen of voor ziekte en arbeidsongeschiktheid – zijn bovendien beperkt.” Meer dan de helft (51%) van de ondervraagden geeft aan nog maximaal twee maanden vooruit te kunnen met de huidige financiële reserves. Daarnaast zegt 41% schulden of betalingsachterstanden te hebben. 

Naast de financiële problemen spelen gezondheid-gerelateerde problemen een rol, zoals stress, slecht slapen, depressieve gevoelens, onzekerheid en eenzaamheid. Ondernemers waarderen de negatieve impact van de coronacrisis op hun leven gemiddeld met een 7,6 (een rapportcijfer 10 staat voor extreem grote, negatieve impact, terwijl het cijfer 0 aangeeft dat corona geen enkele impact heeft op de persoon).

Doorzettingsvermogen

De meeste ondernemers blijven niet passief onder de toenemende druk, toont het onderzoek aan. Ze gaan actief op zoek naar manieren waarmee zij de problemen rondom werk en inkomen kunnen verminderen en geven blijk van doorzettingsvermogen, creativiteit en optimisme. “Naarmate de crisis aanhoudt en coronamaatregelen van de overheid nodig blijven, kunnen de vechtlust, ambitie en het zelfvertrouwen van ondernemers echter afnemen en bestaat het risico dat gevoelens van machteloosheid het overnemen”, stelt Dikkers.

Driesporenbeleid

Uit bovenstaande bevindingen komt naar voren dat zzp’ers en kleine ondernemers het meest behoefte hebben aan financiële hulp (64%). Daarnaast geven ze aan vooral behoefte te hebben aan omscholing (29%) en aan contact met andere ondernemers (29%). Andere, minder genoemde behoeften liggen op het terrein van de gezondheid (sociaal-emotionele hulp) en hulp bij bedrijfsvoering. Op basis van deze eerste uitkomsten van het onderzoek is de gemeente gestart met het ontwikkelen van een driesporenbeleid, gericht op 1) Snelle hulp bij (beginnende) schulden of betalingsachterstanden; 2) Ondersteuning bij het voortzetten van het bedrijf; 3) Begeleiding naar werk in loondienst.

Doordachte strategie

“We zijn in een tweede deel van het onderzoek nagegaan hoeveel draagvlak voor deze aanpak bestaat onder de ondernemers”, vertelt Dikkers. De meeste instemming (63%) bleek er te zijn voor de ondersteuning bij het voorzetten van het bedrijf, gevolgd door begeleiding naar een baan in loondienst (52%). Tot slot geeft 40% van de ondernemers aan misschien gebruik te willen maken van snelle hulp bij (beginnende) schulden of betalingsachterstanden. “Voor elk spoor is dus een vrij grote groep ondernemers die aangeeft daar mogelijk behoefte aan te hebben”, aldus Dikkers.

Nog vijf ondersteuningsbehoeften

Dikkers: “De ondervraagde ondernemers vinden het over het algemeen een heldere en doordachte beleidsstrategie. Maar de behoefte aan ondersteuning is wel breder dan de steun die de gemeente nu geformuleerd heeft.” Uit het onderzoek komen namelijk nog vijf andere ondersteuningsbehoeften naar voren: behoefte aan om- en bijscholing; aan aanpassing van de Tozo-regeling om meer ondernemers tegemoet te komen; de wens andere financiële regelingen te versoepelen; het verbeteren van de communicatie over regelingen; en het aanbieden van emotionele ondersteuning, bijvoorbeeld met het (deels) vergoeden van psychologische gezondheidszorg voor ondernemers.

Veerkracht

Dikkers: “Het is belangrijk enerzijds oog te hebben voor kwetsbaarheden en de negatieve impact van de crisis op gezondheid en welzijn van deze ondernemers, maar ook voor hun mogelijke veerkracht, van het optimaal gebruik maken van hun talenten en vaardigheden bij tegenslag en moeilijke levensomstandigheden. Met dit onderzoek hopen we bij te dragen aan beleid dat aansluit op deze beide aspecten van ondernemerschap in coronatijd.”

Lees ook: Kleine ondernemers ongekend hard geraakt door corona

Deel dit artikel