Nauwelijks verschillen tussen praktijk met of zonder medewerkers: bedrijfsresultaat verbeterd, investeringsbereidheid gedaald

De Nederlandse gezondheidszorg ondergaat naar verwachting een grote transitie richting integrale zorg. Zowel vakinhoudelijk als bedrijfsmatig worden zorgondernemers waaronder fysiotherapeuten gevraagd te innoveren. 

De belangrijkste uitkomsten van de KB Index? De bedrijfsresultaten van fysiotherapeuten zijn verbeterd, de investeringsbereidheid is gedaald en voor goede bedrijfsresultaten maakt het niet veel uit of je een grote of kleine praktijk hebt.

In vergelijking met de vorige KB Index laat de gehele fysiotherapiesector een verbetering zien. De nettomarge van de praktijken is verbeterd. Ook is de praktijkomzet verbeterd ten opzichte van 2019 (pré-corona). Het aantal praktijken dat aangeeft het komende half jaar voldoende middelen te hebben om het bedrijf voort te zetten (continuïteit) is sterk toegenomen (van 74% naar 81%).

Volgens senior onderzoeker Rutger IJntema van het lectoraat Financieel-Economische Innovatie is het nog maar de vraag of in de toekomst alleen de grotere praktijken overblijven. Op basis van de Kleinbedrijf Index Fysiotherapie indicatoren zie je nauwelijks verschillen tussen praktijken waar meerdere medewerkers werken en praktijken zonder personeel. IJntema: "Grotere praktijken doen het niet per sé beter dan éénpitters of vice versa. Ook vinden wij nauwelijks verschillen wat betreft hun toekomstverwachting."

“Het enige significante verschil is dat de omzet, het ondernemersloon en de stress van praktijkeigenaren waar meerdere fysiotherapeuten werken, hoger ligt. Daarentegen laten praktijken zonder personeel betere nettomarges laten zien.”

Ondanks het positieve beeld is het ondernemersvertrouwen van fysiotherapie-praktijken licht negatief. Zo is de verwachting gedaald dat toekomstige rekeningen betaald kunnen worden. Verder investeert 72% van de praktijken minder dan 10% van de omzet in innovatie; en is de verwachting van praktijkeigenaren om in de nabije toekomst in innovatie te investeren significant verslechterd en ronduit negatief.

“Kwaliteit van behandelaanbod en patiënttevredenheid is nu en in de toekomst belangrijk", gaat IJntema verder. "Om ook in de toekomst aan alle verwachtingen te voldoen, zullen praktijken moeten investeren in innovatie (bijvoorbeeld integraal zorgakkoord), personeel en materialen. Hiervoor is geld nodig, vertrouwen en investeringsbereidheid."

“Stimuleer daarom in het investeringsklimaat van de sector door als fysiopraktijken samen met vakgroepen en werkgeversverenigingen gerichte afspraken te maken die innovatiegedrag en innovatieresultaten van praktijken belonen. En zorg dat de stress onder praktijkeigenaren beter wordt onderzocht. Een ondernemer onder hoge stress maakt namelijk niet de beste investeringskeuzes. Zorg er binnen het onderwijs voor dat er meer aandacht wordt besteed aan bedrijfsmatige aspecten en het proces van innoveren in de eerstelijnsgezondheidszorg.”

De Kleinbedrijf Index verzamelt, analyseert en rapporteert hoe het gaat met eerstelijns praktijken in de fysiotherapiesector vanuit een zorgondernemers perspectief. Op dit moment wordt door de beroepsgroep vooral data over patiënten, behandeleffecten en – kwaliteit verzameld, maar nauwelijks over bedrijfsmatige aspecten. Het CBS verzamelt incomplete data, waarin 60% van de eerstelijns fysiotherapiepraktijken ontbreken, omdat zij minder dan 5 medewerkers in dienst hebben.
Binnen de KB Fysiotherapie is de HU is betrokken bij het opstellen van de wetenschappelijke standaarden en de uitvraag, analyse en rapportage

Momenteel doen al veel fysiotherapiepraktijken in Nederland mee met de Kleinbedrijf index. Keurmerk Fysiotherapie en Hogeschool Utrecht zijn de initiatiefnemers. Dit initiatief wordt breed ondersteund door het KNGF, de Werkgeversvereniging Fysiotherapie en het Innovatie Platform Fysiotherapie.

Download het rapport van de Kleinbedrijf Index Fysiotherapie kwartaal 2 2023.

Heb je vragen? Neem contact op met Rutger IJntema, senior onderzoeker lectoraat Financieel-Economische Innovatie via rutger.ijntema@hu.nl