Studie laat zien hoe ontwerpers meer kunnen leren uit onderzoek

Als projectleider bij Kenniscentrum Leren en Innoveren van Hogeschool Utrecht deed Marieke Zielhuis ervaring op met ontwerpende onderzoeksprojecten. In de praktijk ervoer ze dat er vaak geen of te weinig oog is voor het leerproces van ontwerpers binnen een ontwerpend onderzoek en voor de doorwerking van het geleerde naar de ontwerppraktijk. Dat vormde de aanleiding voor haar promotieonderzoek naar hoe dit beter kan.

Ontwerpprofessionals zijn gespecialiseerd in ontwerpen van producten, diensten of systemen. Ze verdiepen zich in de behoeften en voorkeuren van gebruikers, werken ideeën en prototypes uit en werken daarbij nauw samen met andere experts in het ontwikkelingsproces. Dat werk doen ze bijvoorbeeld bij ontwerpbureaus, consultancybureaus of overheden. Om dit werk goed te blijven doen in een steeds veranderende context (denk bijvoorbeeld aan de toegenomen digitalisering) moeten zij hun kennis op peil houden. Eén van de manieren om nieuwe kennis op te doen is door te leren van de inzichten die bij hogescholen en universiteiten worden ontwikkeld, in het onderzoek dat daar plaatsvindt. Ze kunnen hiervan leren door het lezen van artikelen, door deel te nemen aan workshops of door zelf als partner in een onderzoeksproject te stappen.

Het probleem dat Zielhuis in haar onderzoek adresseert, is dat bevindingen uit deze onderzoeksprojecten veelal niet bijdragen aan de praktijk van ontwerpprofessionals. Dit probleem wordt door zowel onderzoekers als praktijkmensen aangeduid als een ‘kloof’ tussen de academische wereld en die van de praktijk. Haar onderzoek bevestigt dat er belemmeringen zijn. Het laat zien dat de ontwerppraktijk vaak een ondergeschikte doelgroep in projecten is. Maar het onderzoek laat ook zien dat er veel manieren zijn waarin onderzoek en praktijk al met elkaar samenwerken en van elkaar leren, bijvoorbeeld in gezamenlijke projecten. Zielhuis beschrijft op welke manieren en rond welke onderwerpen ontwerpprofessionals hierbij leren, en het laat zien welke mogelijkheden nog meer kunnen worden benut.

Leren van elkaar

Zielhuis: “Een mooi voorbeeld is een participatief ontwerpproject waar ik bij betrokken was rondom kinderen met kanker. Het is belangrijk voor het herstel van deze kinderen dat ze gezond eten en meer bewegen. Maar dat is best ingewikkeld. Ze zijn vaak moe, hebben geen trek, het eten smaakt niet en hun ouders zijn al blij als ze bij wijze van spreken een stukje pizza oppeuzelen. Er werd een onderzoeksproject gestart waarin ontwerpend - en dus al doende lerend en bijstellend - onderzocht werd hoe deze kinderen toch in beweging kunnen komen en gezond gaan eten. Dat deden we samen met onder andere gezondheidswerkers, diëtisten en ouders. De resultaten waren legio: het anders presenteren van de maaltijden, betere speelmogelijkheden, goede samenwerking- en afstemmingsmethoden met alle verschillende stakeholders.” 

“Maar wat een lastig punt bleef, was de bruikbaarheid van de resultaten voor ontwerpprofessionals. We willen in zo’n project tenslotte niet alleen dat de betrokkenen in de zorgcontext iets leren, maar ook dat de resultaten in vergelijkbare ontwerptrajecten kunnen worden gebruikt. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de manier van samenwerken met zorgprofessionals in zo’n ontwerptraject. Er deden diverse ontwerpers mee aan dit onderzoek, die allemaal al ervaring meebrachten met ontwerpen voor de zorg. Zij gaven aan dat we ze niet altijd hadden betrokken bij momenten van kennisuitwisseling die voor hen juist interessant waren. Daarnaast bleek het lastig om de geleerde lessen zo naar buiten te brengen dat collega-ontwerpers er in de praktijk ook wat aan hebben. Als we beter snappen hoe en wat ontwerpers binnen en van zo’n onderzoek leren, dan kunnen we onderzoeksprojecten daar beter op aan laten sluiten.”

“Ik hoop dan ook dat er in toekomstig onderzoek meer ruimte is voor samenwerking met professionals uit de ontwerppraktijk. Dat de financiering toelaat dat zij ook echt volop mee kunnen doen zodat onderzoek en beroepspraktijk nog beter op elkaar afgestemd kunnen worden.”

Promotie Marieke Zielhuis

Op 25 september verdedigt Ir. Marieke Zielhuis aan de TU Delft haar proefschrift over de aansluiting van ontwerponderzoek bij de ontwerppraktijk. De titel: “Considering design practice: The underutilized opportunities in collaborative design research projects for learning by design professionals”. Zielhuis werkt bij het lectoraat Onderzoekend Vermogen aan Hogeschool Utrecht. Ze bestudeert onderzoeksprojecten - soms als participerend onderzoeker, soms van buitenaf-, en richt zich hierbij in het bijzonder op de samenwerking met creatieve industrie. 

Marieke Zielhuis  deed haar onderzoek onder de begeleiding van promotoren Pieter Jan Stappers (TU Delft), Froukje Sleeswijk Visser (TU Delft) en Daan Andriessen (lector Onderzoekend Vermogen HU). Opgeleid als industrieel ontwerper werkt Marieke sinds 2002 bij Hogeschool Utrecht.

Praktische informatie over de promotie van Marieke Zielhuis op 25 september a.s. vind je hier.

Deel dit artikel